Wat is beroepspraktijkvorming
In dit deel staat wat beroepspraktijkvorming is en algemene regels waaraan je je moet houden.
De opleiding die je nu volgt bestaat uit twee delen: beroepspraktijkvorming en onderwijs op school. Leren over je beroep doe je op school, maar vooral in de praktijk! Bij Terra leer je daarom veel van je BeroepsPraktijkVorming (hierna te noemen: ‘BPV’). BPV is een verplicht en belangrijk onderdeel van je opleiding. Je leert het bedrijfsleven kennen en je kunt wat je op school leert, oefenen in de praktijk. Kortom je leert ‘de kneepjes van je vak’.
Doel van de beroepspraktijkvorming
Het doel van beroepspraktijkvorming is om in een bpv-bedrijf je aanstaande beroep te leren uitoefenen. Beroepspraktijkvorming betekent dat je jezelf vormt tot ‘beginnend beroepsbeoefenaar’. Door het uitvoeren van bpv-opdrachten oefen je de werkprocessen die in het kwalificatiedossier van je opleidingstaan. Werkprocessen zijn activiteiten/handelingen die horen bij een bepaalde kerntaak in het kwalificatiedossier. Bij elk werkproces staan ook alle beroepseisen. Bpv-opdrachten krijg je van je praktijkopleider in het bpv-bedrijf of van school. Van school kun je ook ‘voorbereidende beroepsopdrachten’ (lesopdrachten) krijgen, daarmee leg je verband tussen de theorie en de praktijk.
Afspraken tussen scholen en bedrijfsleven
SBB is de samenwerkingsorganisatie van het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven.
Je kunt op de website van de SBB: www.stagemarkt.nl zoeken naar een bpv-bedrijf (zie ook Voorbereiding). Beroepspraktijkvorming is in het mbo geen vrijblijvende zaak. Daarom hebben scholen, bedrijfsleven, samen met de overheid en verschillende landelijke organisaties afspraken gemaakt. Deze afspraken staan in het bpv-protocol van SBB en komen terug in deze Terra bpv gids.
Als een bedrijf staat ingeschreven bij SBB als bpv-bedrijf, dan is het een ‘erkend bedrijf’ en voldoet het aan de eisen van SBB. Jouw bpv dien je te volgen bij een erkend bpv-bedrijf.
Er zijn in de beroepspraktijkvorming altijd drie partijen betrokken, jij als student, jouw bpv-bedrijf en de school. Voor alle drie levert de bpv voordelen op:
Voordelen en doelen van de bpv
1. Voor jou als student:
- Je krijgt de kans om het beroep in de dagelijkse praktijk te leren
- Je oefent de werkprocessen en vakvaardigheden
- Je krijgt in de praktijk uitleg en begeleiding van iemand uit het vak
- Je leert praktische problemen in de praktijk op te lossen
- Je brengt kennis in de praktijk die je op school hebt opgedaan
- Je doet bedrijfservaring op, zowel vaktechnisch, economisch als organisatorisch
- Je ontwikkelt sociale vaardigheden
- Je oriënteert je op de latere loopbaan
- Je bereidt je voor op de Beroepsproeve
2. Voor het bpv-bedrijf (je praktijkopleider):
- Krijgt gemotiveerd en vakkundig personeel
- Blijft op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in het onderwijs
3. Voor de school (je bpv-begeleider):
- Kan samen met het bpv-bedrijf / bedrijfsleven de opleiding verbeteren
- Blijft op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in het bedrijfsleven
BBL BeroepsBegeleidend Leren
Een bpv-bedrijf wordt in de BBL ook wel een leerwerkplek genoemd. Als je een BBL-opleiding volgt, ben je in dienst van een bedrijf. Je staat op de loonlijst en werkt het grootste deel van de week. Je gaat één dag per week naar school. Voordat je aan de BBL-opleiding begint, heb je zelf een betaalde leerwerkplek geregeld. School kan je ondersteunen, maar het vinden van een passende plaats is je eigen verantwoordelijkheid. Als je door omstandigheden op het bpv-bedrijf buiten de normale werktijden moet werken en een schooldag moet missen, breng dan altijd je bpv-begeleider daarvan op de hoogte i.v.m. de aan en- afwezigheidregistratie op school.
BOL BeroepsOpleidend Leren
Een bpv-bedrijf wordt in de BOL ook wel een leerbedrijf genoemd.
Voordat je op bpv gaat, sluiten jij en het bedrijf een overeenkomst en onderteken je het praktijkblad (Voorbereiding).
Natuurlijk word je tijdens de bpv ook begeleid: je krijgt begeleiding van het bedrijf en van school (Begeleiding).
De bpv-dagen en -tijden staan opgenomen in je rooster. Omdat je in principe altijd gedurende een hele werkdag op je bpv-bedrijf aanwezig bent, spreekt men ook over dagstage. Opleidingen verschillen in de bpv-roostering:
- Er is sprake van een lintstage als de bpv gedurende een langere periode (1 of 2 dagen in de week) plaatsvindt. Tijdens de andere dagen van de week ben je op school.
- Tijdens de blokstage ben je gedurende een relatief korte periode (minimaal 4 dagen per week) op je bpv-bedrijf aanwezig. Het is mogelijk dat je gedurende één of twee dagen per week lessen dient te volgen op school.
Werkprocessen in het kwalificatiedossier
In het landelijk vastgestelde kwalificatiedossier van jouw opleiding staat wat je als ‘beginnend beroepsbeoefenaar’ moet kennen en kunnen aan het einde van je mbo-opleiding.
Je kunt zelf het kwalificatiedossier (ook wel ‘KD’ genoemd) van jouw opleiding opzoeken op de site van S-BB.nl. Typ daarvoor het nummer van je opleiding in (dit heet een crebo-nummer). Het crebo-nummer van jouw opleiding en alle werkprocessen staan ook in de bpv-map van jouw opleiding (en in Formulieren).
Bpv-formulier ‘Voortgang per werkproces’
In je bpv-map zit een belangrijk bpv-formulier ‘Voortgang per werkproces’ (Formulieren). Met je praktijkopleider bespreek je dit bpv-formulier bij de start van de bpv -bij het bezoek van een bpv-begeleider- en daarna regelmatig (bijvoorbeeld elk kwartaal) om te zien waar je ‘staat’ in de werkprocessen die je al hebt uitgevoerd. Daarbij gebruiken jullie de beschrijving van de beroepseisen bij de werkprocessen op de bladzijden achterop dit formulier. Dan krijg je een handtekening als je een werkproces hebt gedaan op A, B, of C. En spreek je met je praktijkopleider af hoe je verder aan welke werkprocessen gaat werken.
De bezoekende bpv-begeleider gebruikt het formulier ook in het gesprek om afspraken te maken over de verdere begeleiding. Zodat je op tijd klaar zult zijn voor je beroepsproeve.
Ondernemend leren
Bij Terra willen we dat je leert om ‘ondernemend’ te leren, daarbij staat jouw leervraag centraal. Als je ondernemend leert, dan vraag je jezelf steeds af:
- wat wil ik oefenen?
- welke opdracht kan ik daarom uitvoeren?
- welke afspraken zijn hierover gemaakt op school en in de bpv?
- wat is mijn leervraag, wat is mijn persoonlijke leerpunt uit een vorige opdracht?
We verwachten van jou een onderzoekende houding. Jij bent dus zelf verantwoordelijk voor je eigen leerproces en bent en daar actief mee bezig. Om je hierbij te helpen, leg je je leerafspraken vast in het formulier ‘Leerafspraken BPV – Bezoek’ en ook staat er in je bpv-map een 'Zes-stappenmethode Zelf werken aan je werkprocessen’, die je zelfstandig kunt gebruiken.
In het eerste leerjaar krijg je vaker voorbereidende (les)opdrachten in de bpv, die zorgen voor de aansluiting van de theorie op de praktijk en zijn voorbereidend op en ondersteunend bij het werken in de praktijk. Docenten beoordelen een bpv-opdracht van school met hun eigen beoordelingsformulier.
Met de Zes-stappenmethode kun je stapsgewijs zelfstandig (leren) werken aan werkprocessen.
Begeleiding
In de bpv word je begeleid door de praktijkopleider en door de bpv-begeleider. De begeleiding gaat over wat je nodig hebt om het gewenste eindniveau te halen, daarin heb je een duidelijke stem doordat je (indien nodig onder begeleiding) je eigen leerpunten formuleert. Je leercoach volgt je totale voortgang in je opleiding (Begeleiding).
Onderwijstijd in de bpv
De opleiding bepaalt hoeveel bpv-uren je moet volgen. De minimale uren voor BOL en BBL (de zogenaamde urennorm) staan in de Wet op het Beroepsonderwijs (WEB). De periode waarin je de bpv volgt, wisselt per opleiding en per leerjaar. Een studiejaar omvat 1600 klokuren, dat zijn gemiddeld 40 weken van 40 uur die je met je opleiding bezig bent, inclusief zelfstudie. Een deel van deze uren wordt begeleid, de overige uren worden niet begeleid. Het totaal aantal uren van jouw opleiding is afhankelijk van het niveau en de duur van je opleiding. De verdeling van de uren over de ‘begeleide onderwijstijd’ (BOT) en de beroepspraktijkvorming (BPV) moet aan minimale eisen voldoen. Een opleiding kan daarnaast met een aantal uren binnen de BOT en de BPV schuiven.
Urennorm
Dit is het minimale aantal uur onderwijstijd dat een school moet organiseren en de student moet volgen.
Urennorm BOL
Voor de BOL geldt dat een mbo-instelling sinds augustus 2014 een onderwijsprogramma moet aanbieden dat bestaat uit minimaal 1.000 onderwijsuren per leerjaar. Die 1.000 uur moet verdeeld worden in een minimaal aantal begeleide lesuren (onderwijsuren) en een minimaal aantal uren bpv:
Bekijk hier de tabel 'urennorm BOL' van de Rijksoverheid
Let op! Deze uren mag de mbo-instelling naar eigen inzicht verdelen over de totale opleidingsduur. Als je een 2-jarige opleiding volgt kan het dus zijn dat je in het eerste jaar helemaal geen bpv/stage loopt en in het tweede jaar bijna alleen maar. Dit mag volgens de wet, zo lang je in die twee jaar ook maar minimaal 1.250 uur begeleide lesuren krijgt.
Urennorm BBL
De onderwijstijd voor de BBL is in elk studiejaar ten minste 850 uren in totaal. Hiervan moeten minimaal 200 uren ‘begeleide onderwijsuren’ zijn en minimaal 610 uren aan bpv worden besteed. De leerweg BBL heeft een eigen wettelijke urennorm:
Bekijk hier de tabel 'urennorm BBL'
N.B. :
De Beroepsproeve-uren (dit zijn vaak de laatste zes weken) zijn geen bpv-uren.
Algemene regels voor jou op het bpv-bedrijf:
- De gegevens die je voor bpv-opdrachten opvraagt bij je bedrijf, breng je niet naar buiten.
- Volg de normen van de Arbo-wet (arbeidsomstandighedenwet) voor handelingen die je niet of alleen onder strikte begeleiding mag uitvoeren.
- Je bent verplicht formulieren te gebruiken en bij te houden (Formulieren).
- Je bent aanwezig bij een bedrijfsbezoek van je bpv-begeleider.
- Je doet het hele jaar bpv, je bpv eindigt dus pas aan het einde van het schooljaar volgens je ‘bpv-schema/bpv-rooster’.
- Om je diploma te behalen moet je een wettelijk verplicht aantal uren bpv halen. Als je door omstandigheden niet aanwezig kunt zijn op een bpv-dag, dan breng je het bpv-bedrijf en je bpv-begeleider daarvan bij de aanvang van de werkdag telefonisch op de hoogte. In uitzonderlijke gevallen, als het niet anders kan, organiseert je opleiding een excursie of een examen op een bpv-dag. Geef dit dan tijdig aan bij je praktijkopleider.
BPV-schema
Het bpv-schema of -rooster krijg je van je bpv-begeleider, doe dit schema in je bpv-map (achter tabblad Opleidingen).
Werktijden
Je werkt op de werktijden van het bedrijf. De CAO (Collectieve Arbeidsovereenkomst) van het bpv-bedrijf is de richtlijn (8 uur per dag) voor het aantal arbeidsuren in de bpv.
Gemiste bpv dagen
Een bol-student moet gemiste uren/dagen inhalen, tenzij de bpv-coördinator anders beslist.
Een bbl-student volgt de regels in het arbeidscontract.
In overleg met de praktijkopleider kun je bpv doen in de schoolvakantie. Breng daarvan altijd de bpv-begeleider op de hoogte.
Als je door overmacht niet de urennorm kunt halen, dien je een schriftelijk verzoek in bij de examencommissie om voor uitzondering in aanmerking te komen.